SDG 10 - Samen voor een eerlijker leven.

Iedereen verdient gelijkheid (By @Wonderlane on Unsplash.com)

Inkomensongelijkheid is een van de meest gebruikte maatstaven om ongelijkheid in en tussen landen wereldwijd te beoordelen. Dit helpt niet alleen om de ongelijkheid tussen rijke en arme mensen binnen één land in kaart te brengen, maar helpt ook om na te gaan hoe het beleid, gericht op het verkleinen van de ongelijkheidskloof, in de loop der tijd presteert. Kortom, het meten van inkomensongelijkheid is een nuttig instrument en kan worden gebruikt om beleid te ontwikkelen dat efficiënt en effectief is, zowel om het verschil binnen een land als tussen landen over de hele wereld te minimaliseren.

Deze activiteit verloopt via drie verschillende stappen: in het eerste deel besteden de studenten tijd aan een discussie over gelijkheid en hoe gelijkheid te bereiken; in het tweede deel biedt de activiteit een 'beoordelingsproces': een eenvoudig distributiespel helpt de studenten om zich in te leven in verschillende categorieën mensen (zowel rijk als arm) en om een visuele weergave te krijgen van ongelijkheid in de verdeling van rijkdom in een land; in het derde en laatste deel wordt de studenten gevraagd contact op te nemen met een lokale organisatie die zich bezighoudt met armoedebestrijding of kansengroepen.

Deze activiteit heeft tot doel de deelnemers kennis bij te brengen over de begrippen "gelijkheid" en "ongelijkheid" en probeert basiskennis mee te geven over het beleid van herverdeling van rijkdom en, meer in het algemeen, hoe ongelijkheid in en tussen landen tot een minimum kan worden beperkt.

Actiegebieden

Leerdoelen

Cognitieve leerdoelen:

De student begrijpt lokale, nationale en mondiale processen die gelijkheid bevorderen en belemmeren (fiscaal, loon- en sociaal beschermingsbeleid, bedrijfsactiviteiten, enz.)

Socio-emotionele leerdoelen:

De student kan zijn bewustzijn over ongelijkheden vergroten.
De student wordt zich bewust van ongelijkheden in zijn omgeving en in de rest van de wereld en is in staat de problematische gevolgen te herkennen.
De student kan een visie over een rechtvaardige en gelijke wereld vormen.

Gedragsmatige leerdoelen:

De leerling kan deelnemen aan de ontwikkeling van openbaar beleid en bedrijfsactiviteiten die ongelijkheden verminderen.

Competenties

Competentie in systeemdenken
Strategische competentie
Zelfbewustzijnscompetentie

Instructies

Stap 1) Brainstormen (30 minuten)

De studenten worden gevraagd na te denken over wat zij denken dat gelijkheid betekent en hoe dit kan worden bereikt. Hun gedachten worden vervolgens gedeeld met de rest van de klas en de docent modereert een discussie tussen de verschillende antwoorden en meningen. Om het debat af te sluiten, kan video 1 van "Nuttige bronnen" worden gebruikt.

Stap 2) Beoordeling (210 minuten)

De docent verdeelt de klas in 5 groepen, die de bevolking van een ontwikkelingsland in Zuidoost-Azië vertegenwoordigen, en laat zien dat op een bureau het totale inkomen van het land wordt weergegeven, vertegenwoordigd door 16 stukjes papier. De 5 groepen vormen een rij en de leraar begint met het verdelen van de stukjes papier over de groepen, beginnend bij de linker groep: de eerste groep aan de linkerkant krijgt 1 stukje papier, de tweede en derde groep krijgen er 2, de vierde groep krijgt er drie en de laatste groep aan de rechterkant krijgt er 8. De docent legt uit dat deze ongelijke verdeling de inkomensongelijkheid in het land weergeeft. Vervolgens kan een discussie worden geïnitieerd:

hoe denken de leden van de verschillende groepen over de verdeling?
is het eerlijk of niet?
wat zou een mogelijke oplossing zijn voor een meer gelijkmatige verdeling?

Video's 3 en 4 kunnen worden gebruikt om de discussie te begeleiden..

Vervolgens wordt de klas opnieuw in groepen verdeeld (dezelfde onderverdeling van de vorige activiteit kan worden gebruikt). Elke groep krijgt als volgt een onderzoeksonderwerp toegewezen door de docent:

GROEP 1: jobs met de meest ongelijke omstandigheden ter wereld
GROEP 2: relatie tussen opleidingsniveau en ongelijkheid in een land
GROEP 3: fundamentele rechten van werknemers en minimumnormen voor legaal werk
GROEP 4: hoe de wet kwetsbare werknemers beschermt, vergelijking tussen de situatie in een ontwikkelingsland en een ontwikkeld land
GROEP 5: wat zijn de oplossingen voor ongelijkheid: bestuursmatige en niet-bestuurmatige maatregelen tegen ongelijkheid

Het groepsonderzoek wordt gevolgd door een korte mondelinge presentatie zodat de resultaten in een klassikale discussie met iedereen worden gedeeld.

- OPROEP TOT ACTIE 1

Studenten worden gevraagd contact op te nemen met een lokale organisatie die zich bezighoudt met armoedebestrijding of hulp biedt aan kwetsbare groepen in de samenleving en vier weekenden van vrijwilligerswerk afspreken. De klas kan in groepen worden verdeeld om het proces te vergemakkelijken.

- OPROEP TOT ACTIE 2

Vervolgens, of parallel aan de vrijwilligerservaring, zullen studenten contact opnemen met de lokale autoriteiten (in hun stad, of op regionaal niveau of indien mogelijk ook op nationaal niveau) om de rol van regeringen en van herverdelingsbeleid in de strijd tegen ongelijkheid te begrijpen en te onderzoeken.

Voorwaarden

Bronnen

Click each section below to see all resources available.

Video's

Dewi and Putri: How Inequality Separates Two Girls from Indonesia

Perceptions of Indonesia's Inequality

How Tax and Spending Policies Can Reduce Poverty and Inequality

World Inequality Report 2018

Notities voor docenten

Geschatte totale duur: 4 uur + oproep tot actie

Stap 1: Het is belangrijk dat de docent ruimte laat voor allerlei antwoorden en gedachten om alle vormen van gelijkheid te kunnen bespreken, zoals inkomensongelijkheid, sociale ongelijkheid, gerderongelijkheid etc.

Stap 2: De stukjes papier zijn bedoeld om rijkdom weer te geven, als je als docent graag een ander hulpmiddel gebruikt in plaats van papier dan kan je dat doen. Bijvoorbeeld markeerstiften, kleurpotloden, knikkers, munten.

Het distributiespel is gebaseerd op video 2. Als docent kan je deze bekijken om een duidelijker idee te hebben over hoe het met de studenten kan worden gereproduceerd.

Wat betreft het tweede deel: de docent moet altijd aanwezig zijn om de twijfels van de studenten weg te nemen en te helpen bij eventuele problemen tijdens het onderzoek. Het is de docent die de onderzoeksthema's aan de groepen toewijst.

Oproep tot actie: De docent kan best een lijst opgeven van NGO's/organisaties die zich toeleggen op de strijd tegen ongelijkheid, zodat de studenten kunnen kiezen of gewoon de meest geschikte organisatie voor de activiteit kunnen kiezen. De docent kan ook helpen door een bezoek of interview voor de studenten te regelen bij bijvoorbeeld het stadsbestuur en door te zorgen voor de logistiek van dit bezoek.