Stap 1) Introductie (10 minuten)

• Begin de sessie met uitleg over de reikwijdte van het project of het onderwijsproces in kwestie. De SDG 2 verwijst naar de uitroeiing van honger - toon de korte video ter introductie van de SDG uit de bronnensectie.
• Introduceer kort de SDG door middel van een korte inleidende reflectie op basis van de video:

Op een planeet waar er voedsel is voor iedereen, worden ongeveer 2 miljard mensen getroffen door matige of ernstige voedselonzekerheid. Ongeveer 690 miljoen mensen lijden honger, terwijl zwaarlijvigheid de laatste jaren in alle regio's toeneemt. Dit zijn grote getallen... Laten we proberen het te vereenvoudigen... Stel je voor dat jij de wereldbevolking vertegenwoordigt, hoe zouden voedsel en middelen dan verdeeld worden? Laten we een spelletje doen!

Stap 2) Simulatiespel (20 minuten)

Leg uit dat dit een simulatieoefening is en dat de deelnemers de instructies moeten begrijpen en zich moeten inzetten voor de oefening, als zij goede reflecties willen krijgen.

Voor een groep van 25 studenten:

• Vraag de 25 leerlingen te gaan staan en een cirkel te vormen die de totale wereldbevolking van meer dan 7 miljard mensen voorstelt. Leg uit dat elke persoon ongeveer 4% van de wereldbevolking vertegenwoordigt of ongeveer 307 miljoen mensen.
• Vraag 3 van de kring om op de grond te gaan zitten rond een kom met elk 1 x maïs-chips en een klein flesje vuil water. Zeg: "Jullie vertegenwoordigen de ongeveer 770 miljoen mensen in de wereld die moeten leven van minder dan 1,90 dollar per dag en die niet genoeg te eten krijgen om gezond te zijn en een actief leven te leiden. Jullie zijn ondervoed en vaak ziek. Veel van uw kinderen zullen voor hun vijfde verjaardag sterven. Veel van uw kinderen zullen nooit naar school gaan of slechts een paar jaar basisonderwijs volgen. U en uw kinderen kunnen gedwongen worden om onder gevaarlijke omstandigheden te werken. Sommigen van jullie zullen dit jaar van honger sterven.’
• Vraag 7 van de kring om op een stoel te gaan zitten. Geef elk 2 x maïs chips. Zeg: 'Jullie vertegenwoordigen de ongeveer 2 miljard mensen in de wereld die leven van ongeveer $3,20 per dag. Velen van jullie hebben vaak honger. Jullie brengen lange uren door met werken om het voedsel dat jullie hebben te produceren of te kopen. Uw kinderen gaan misschien een paar jaar naar de lagere school, maar slechts enkelen maken die af of gaan door naar de middelbare school. U en uw gezin zijn kwetsbaar voor ziekte. Het weinige dat u hebt, kunt u gemakkelijk verliezen.’
• Vraag 11 mensen uit de kring om aan tafel te gaan zitten met een schaal maïs-chips. Zeg: "Jullie vertegenwoordigen de mensen in de wereld die niet extreem arm zijn, maar die ook niet in een land wonen met een zeer hoog ontwikkelingsniveau. Je verdient genoeg om je gezin te onderhouden. Uw kinderen gaan naar school. U bent over het algemeen gezond. Maar u bent kwetsbaar. Voor velen van u kan het verlies van oogsten door natuurrampen, of een ernstige ziekte, of een snelle stijging van de voedselprijzen, u in armoede storten. Jullie hebben misschien geen spaargeld of overheidssteun zoals sociale uitkeringen om jullie te beschermen.’
• Vraag 4 leerlingen om aan de tafel te gaan zitten met de schalen met lolly's, fruit en veel maïs-chips. Zeg: "Jullie vertegenwoordigen de ongeveer 1,3 miljard mensen in de wereld die leven in landen met een zeer hoog ontwikkelingsniveau. Jullie kunnen je dagelijks een voedzame voeding veroorloven. De meerderheid van jullie heeft geld te besteden en het is gemakkelijk om toegang te krijgen tot een grote verscheidenheid aan voedsel. Als groep consumeren jullie het grootste deel van het voedsel in de wereld. Omdat velen van u meer eten dan uw dagelijkse behoefte aan calorieën, krijgt u te maken met gezondheidsproblemen zoals hartaandoeningen en diabetes, maar uw gemiddelde levensverwachting is nog steeds 81 jaar, wat boven het wereldwijde gemiddelde van 73 jaar ligt (Wereldbank, 2018).’

Stap 3) Debriefing (20 minuten)

Geef elke groep een flip-over en een markeerstift om op te schrijven wat ze vinden van deze wereldwijde voedseldistributie en van de groep waarin ze zaten. Nadat de kleine groepjes hun gedachten en gevoelens met elkaar hebben gedeeld, leidt u een discussie in de hele groep aan de hand van de volgende vragen:

• Hoe voelen de mensen in de verschillende groepen zich?
• Welke vragen roept dit bij je op?
• Wat vind je van de manier waarop dit eten wordt verdeeld? Krijgt iedereen een eerlijk deel? Waarom zou dat zo zijn?
• Waar passen de meeste mensen uit jouw land in dit aandeel? Opmerking: erken dat niet alle Europeanen even rijk zijn en dat niet alle Afrikanen even arm zijn. Landen hebben mensen in elk van deze groepen.

Stap 4) Solidariteitsactie (30 minuten)

1. Vraag de leerlingen vier groepen te vormen. Elke groep moet nadenken over de volgende onderwerpen:

• Wat is honger? 
• Wat zijn de oorzaken van de ongelijkheid bij de verdeling van voedsel en bij de problematiek van honger en ondervoeding?
• Wie heeft de bevoegdheid om deze ongelijkheden te verminderen?
• Hoe kunnen de overheid, de privé-sector, het maatschappelijk middenveld en de consumenten bijdragen tot de vermindering van deze ongelijkheden?
• Hoe staat dit in verband met mijn persoonlijk en beroepsleven??

2. Groepsgesprek

De groepen delen hun reflecties. Enkele vragen om het debat te vergemakkelijken:

• Waarom is er honger?
• Wie is verantwoordelijk voor de ongelijkheden in de verdeling van voedsel?
• Wie heeft de belangrijkste macht om de honger uit te roeien?

Stap 5) Conclusie (10minuten)

Sluit de sessie af met het noemen van enkele statistieken en oorzaken van de problemen van ongelijkheid en honger wereldwijd en nationaal. Toon, indien mogelijk, enkele projecten en individuele initiatieven om honger en ondervoeding aan te pakken. 

Als ja in een beroepsonderwijs- en -opleidingscontext zit waar deze SDG relevanter kan zijn (bv. landbouw, gastronomie, voedselzekerheid, ...), kun je dieper ingaan op de verbanden tussen deze SDG en hun toekomstige baan. 

- OPROEP TOT ACTIE 1

Organiseer een campagne om voedsel in te zamelen en aan een sociale instelling in jouw buurt te geven - Stel een mentor aan, dat kan een leraar of een oudere student zijn, om je te helpen de activiteit te plannen en te organiseren. Vraag een sociale instelling welke goederen/voedsel het meest nodig zijn. Plan de campagne en probeer een antwoord te vinden op de volgende vragen: Wie? Wat? Waarom? Voor wie? Hoe? Wanneer? Waar? Maak een publiciteitsposter en/of een evenement op sociale netwerken over de voedselinzamelingsactie. Vraag de schooldirecteur om het evenement bekend te maken bij alle leraren en leerlingen van de school. Zorg voor de logistiek die nodig is om de gedoneerde goederen te ontvangen en bij de instelling af te leveren.  

- OPROEP TOT ACTIE 2

Vrijwilligerswerk doen bij een voedselbank of bij een sociale instelling die voedsel uitdeelt aan daklozen - je kunt kiezen voor een punctuele vrijwilligersactie of je inschrijven als vrijwilliger bij een organisatie. In elk geval kun je werken aan de verspreiding van deze vrijwilligerservaring, door een klein journalistiek stuk of een korte video te maken waarin je laat zien wat vrijwilligerswerk is en hoe dit werk bijdraagt aan het welzijn van de gemeenschap.