Invoering
Iedereen moet positief zijn (by @wayhomestudio on Freepik.com)
Vaak zijn we om verschillende redenen niet in staat positieve boodschappen te sturen naar de mensen met wie we samenleven:
- bescheidenheid,
- beschouwen we ze als afgeprijsd,
- we willen niet dat ze "hun hoofd omhoog krijgen",
- we denken niet dat dat belangrijk is.
We mogen echter niet vergeten dat positieve boodschappen een zeer belangrijk effect hebben op mensen, omdat zij helpen het gevoel van eigenwaarde te vergroten en eigenwaarde is essentieel voor het hebben van diepe zekerheid.
Zich zelfverzekerd voelen vermijdt het zien van geesten, zich bedreigd voelen, niet bestaande angsten hebben, anderen de schuld van hun problemen moeten geven.
Deze activiteit is voor:
- mensen het belang doen inzien van de woorden en boodschappen die wij dagelijks uitdrukken,
- het vermogen om anderen te waarderen en te waarderen
- na te denken over de verantwoordelijkheden die wij hebben ten aanzien van anderen en hun welzijn.
De deelnemers zullen worden aangemoedigd om concreet, onmiddellijk en "in hun vel" te interageren en te ervaren hoe het is om zich zowel gediscrimineerd te voelen als gewaardeerd en welkom te zijn.
Een goede en positieve communicatie en geweldloze manieren van communiceren kunnen agressief gedrag en andere soorten conflicten voorkomen. Het is belangrijk een gezonde communicatiecode aan te nemen om tot vreedzame communicatie te komen en haatdragende taal en geweld te vermijden. Het onderhouden van positieve communicatie helpt mensen om sterke netwerken te creëren die gebaseerd zijn op vertrouwen en sereniteit. Goede en sterke netwerken zijn nuttig bij onderhandelingen en communicatie met instellingen om vrede te bevorderen.
Leerdoelen
- De leerling begrijpt het belang van het internationale kader voor de mensenrechten.
- De leerling is in staat na te denken over zijn rol in kwesties van vrede, rechtvaardigheid, inclusie en sterke instellingen.
- De leerling is in staat vraagstukken betreffende vrede, rechtvaardigheid, inclusie en sterke instellingen in zijn regio, op nationaal en mondiaal niveau kritisch te beoordelen.
- Kritische denkcompetentie
- Zelfbewustzijnscompetentie
- Competentie in systeemdenken
- Anticiperende competentie
- Samenwerkingscompetentie
Instructies
|
Stap 1) Inleidend spel (30 minuten) De deelnemers staan in een cirkel met hun ogen dicht. De leerkracht kleeft een post-it op het voorhoofd van elke leerling (elke post-it moet een positieve of negatieve zin bevatten. Bekijk de aantekeningen voor opvoeders). De deelnemers beginnen vrij door de kamer te lopen en te bewegen. Wanneer ze andere mensen tegenkomen, moeten ze lezen en uitbeelden wat er geschreven staat op de post-it die op het voorhoofd van de mensen die ze ontmoeten is geplakt. Ze mogen geen geluid maken, ze mogen niet praten. Ze kunnen alleen gebaren gebruiken. Nadat iedereen elkaar heeft ontmoet, vraagt de leerkracht hen in een kring te gaan zitten om te bespreken hoe ze zich voelden (de leerlingen hebben nog steeds de post-it op hun voorhoofd geplakt). Na deze discussie moeten de deelnemers de post-it verwijderen en lezen. Ze zullen een tijdje met elkaar praten: voelden ze zich begrepen of gediscrimineerd? Voelden ze zich schuldig over iets? Sstap 2) "Ik ben goed/ik ben in staat" (30 minuten) De leraar legt uit dat de bijeenkomst gericht is op het begrijpen van het belang van eigenwaarde in ieders leven. De leerkracht geeft iedereen een stuk papier met de woorden "Ik ben bekwaam of ik ben goed" erop geschreven. De leerkracht vraagt de leerlingen een aantal voorbeelden te geven van beschuldigende, vernietigende, negatieve boodschappen die ze in hun leven hebben gehoord? (Voorbeelden van mogelijke antwoorden kunnen zijn: "je begrijpt er niets van, je bent onvolwassen, je bent een ramp, je doet niet het juiste"...). Voor elke uitspraak scheurt elke leerling een stukje van zijn/haar blad waarop de zin staat. De leerkracht zal de leerlingen dan vragen voorbeelden te geven van positieve boodschappen die ze in hun leven hebben ontvangen. (Voorbeelden van mogelijke antwoorden kunnen zijn: "kom op! je kunt het, kijk eens hoe goed je bent"). Voor elke positieve boodschap maakt elke leerling de stukjes papier weer aan elkaar vast (met plakband). Aan het einde van de activiteit vraagt de leerkracht aan de leerlingen: "Wat stelt dit in elkaar gezette vel je voor?, Hoe voel je je als je ernaar kijkt?, Hoe voel je je toen je je vel afscheurde?" en zal een discussie over dit aspect leiden. Stap 3) "Ik vind je leuk" (30 minuten) De leraar zal uitleggen dat de tweede fase (Ik ben goed/Ik ben bekwaam) de theorie was. Nu willen we overgaan tot de praktijk. De volgende activiteit zal ons helpen ons vermogen te oefenen om mensen te waarderen en te waarderen en zal ons tegelijkertijd in staat stellen het positieve effect van positieve communicatie te ervaren. Alle deelnemers krijgen 8 stukken papier waarop ze positieve boodschappen moeten schrijven voor 8 mensen in de groep, gekozen door de leerkracht. (Enkele voorbeelden kunnen zijn: "Ik vind je leuk ...; bedankt voor ...; Ik waardeer je ...; Ik ontdekte dat ...; Ik ben blij ... .; Je bent een persoon ..."). De boodschappen zijn anoniem, ze worden gevouwen en aan de voeten van de persoon achtergelaten. Op het einde, wanneer iedereen klaar is met schrijven, kunnen ze in stilte de ontvangen berichten lezen en hun favoriete bericht kiezen. Ze kunnen het hardop aan de groep voorlezen. Aan het einde van de activiteit vraagt de leerkracht de leerlingen een kring te vormen en de discussie op gang te brengen: "Was het moeilijk om de boodschappen te schrijven? Was het gênant? Hoe vond je het om ze te ontvangen? Ben je in staat om positieve boodschappen te geven in het leven? En negatieve? Waarom?". - OPROEP TOT ACTIE 1 De leerkracht en de leerlingen wijzen een populair plein in de stad aan en zij organiseren een informatiepunt (met prieel en tafels) gedurende drie middagen in een maand. De leerlingen zetten een doorzichtige schaal op de tafel van het informatiepunt. Ze houden de voorbijgangers tegen (groepen mensen, individuen of koppels) en geven hen twee blanco vellen papier. De leerlingen vragen de mensen om op het eerste papier het mooiste compliment of de beste boodschap te schrijven die ze ooit hebben gekregen. Dan vragen de leerlingen de mensen om het hardop voor te lezen (als de persoon dat wil) en het in de schaal te doen. De leerlingen vragen om op het tweede papier een compliment te schrijven dat ze moeten overhandigen aan de persoon met wie ze samen zijn of dat ze moeten geven aan een persoon die ze in de loop van de dag zullen ontmoeten. Wanneer ze de positieve boodschap overbrengen, moeten ze de andere persoon ook aanmoedigen hetzelfde te doen (op dezelfde manier een positieve boodschap overbrengen). Het is belangrijk dat de positieve boodschap zich verspreidt! - OPROEP TOT ACTIE 2 Leerlingen kunnen een Online Positieve Communicatie Campagne opzetten, waarin elke week een positieve boodschap wordt gepubliceerd, gekozen uit de leerlingen. Voor de lancering van de online campagne is het raadzaam een lijst te maken met inspirerende en positieve zinnen om de sociale netwerken van de school te animeren en een kleine virtuele afbeelding te maken die bij de tekst hoort. Als alternatief kunnen de leerlingen posters schrijven en tekenen die in een gemeenschappelijke ruimte van het opleidingscentrum worden opgehangen, zoals ramen, de voordeur... en de klasgroep is verantwoordelijk voor het elke week veranderen ervan (voor de duur die samen is vastgesteld). |