Invoering

Hoe zit het met je afval? (By Littlehampton)
Het verminderen van afval en verontreinigende stoffen die het gevolg zijn van onze beroepsactiviteit is een eerste stap naar een beter beheer van onze ecologische voetafdruk. De industrie en de landbouw kunnen de terrestrische ecosystemen beïnvloeden door het vrijkomen van persistente organische verontreinigende stoffen en chemisch afval; elektronische apparatuur die in administratieve banen wordt gebruikt, leidt tot elektronisch afval dat bestaat uit een complex mengsel van gevaarlijke componenten; elke economische sector heeft zijn eigen bijdrage aan de toename van afval, dat soms moeilijk te beheren is en grote milieuproblemen kan veroorzaken.
Deze activiteit is bedoeld om de cursisten te helpen bij het identificeren van de afvalcategorieën die door hun beroepsactiviteit worden geproduceerd, bij het leren kennen van hun bestemming en de manier waarop ze worden beheerd en bij het nadenken over mogelijke afvalvermindering aan de bron, met het oog op het behoud van ons natuurlijk milieu.
Leerdoelen
- De leerling begrijpt basisecologie met betrekking tot lokale en mondiale ecosystemen.
- De leerling is in staat zich te verbinden met zijn lokale natuurgebieden en empathie te voelen met het niet-menselijke leven op aarde.
- De leerling is in staat het dualisme mens/natuur in twijfel te trekken en beseft dat wij deel uitmaken van de natuur en er niet los van staan.
- De leerling is in staat met beleidsmakers samen te werken om de wetgeving inzake biodiversiteit en natuurbehoud, en de uitvoering daarvan, te verbeteren.
- Anticiperende competentie
- Normatieve competentie/Handelingscompetentie
- Interpersoonlijke competentie
Instructies
Stap 1) Ga in op het onderwerp! (30 minuten)
Om te beginnen kan de trainer de leerlingen herinneren aan de definitie van afvalstof. Als afvalstof wordt beschouwd elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen (zie EU-wetgeving over afvalbeheer). Het is belangrijk te vermelden dat wat op een bepaalde plaats of op een bepaald moment als afval wordt beschouwd, ergens anders als materiaal kan worden beschouwd, door hergebruik, recycling of upcycling.
De trainer vraagt de leerlingen eerst om op het bord alle afval te analyseren en op te sommen dat tijdens het hele proces van hun professionele opleiding in het opleidingscentrum is geproduceerd (de trainers vinden enkele voorbeelden in de Aantekeningen voor opleiders).
De trainer kan daarbij helpen door een korte taakanalyse te geven met een lijst van taken om de beroepsactiviteit uit te voeren. De leerlingen kunnen dan gemakkelijker het afval identificeren dat in elke fase van het proces ontstaat.
Taken |
Geproduceerd afval |
Collectie |
Beheer |
Stap 2) Wat doen we met ons afval? (60 minuten)
Zodra ze een duidelijke lijst hebben van de verschillende afvalstoffen die door de specifieke activiteitensector worden geproduceerd, stelt de trainer verschillende groepen leerlingen samen, waarbij elke groep zich op één specifieke afvalstof richt. De leerlingen zullen dan een specifieke keten van afvalinzameling en -beheer volgen en traceren.
Daartoe stellen zij een vragenlijst op die wordt toegezonden aan de verantwoordelijke personen binnen het opleidingscentrum en daarbuiten (verantwoordelijke diensten van het stadhuis, openbare of particuliere bedrijven die verantwoordelijk zijn voor het afvalbeheer, enz.) Enkele vragen zouden voldoende moeten zijn om de hoofdvraag "Wat doen we met dit afval?" te beantwoorden. Voor elk geïdentificeerd type afval moeten de volgende vragen worden beantwoord:
- Vraag 1: Wordt dit soort afval gesorteerd en gescheiden ingezameld?
- Vraag 2: Wordt het ingezameld met het oog op hergebruik of recycling (of compostering voor organisch afval)?
- Vraag 3: Zo ja, hoe is het recyclageproces georganiseerd (plaatselijk recyclagecentrum, gebruikte technologie, markt voor nieuw product, ...)?
- Vraag 4: Zo nee, is het gebracht om stort of verbrandingsoven te organiseren?
- Voor specifieke afvalstoffen of gevaarlijke afvalstoffen kunnen nog enkele vragen worden toegevoegd.
Deze vragenlijst moet online worden opgesteld (bv. google-formulier) zodat hij gemakkelijk kan worden verspreid, verzameld en geanalyseerd.
Stap 3) Het delen van onze bevindingen (60 tot 120 minuten, afhankelijk van het benodigde aanvullende onderzoek)
Na het verzamelen van de antwoorden stelt elke groep een synthese op die een duidelijk beeld moet geven van het (de) door de specifieke afvalstof gevolgde beheersproces(sen).
Er kan om aanvullend onderzoek worden verzocht om de via vragenlijsten verzamelde informatie aan te vullen.
De groepen presenteren vervolgens hun bevindingen, waarbij zij ten minste:
- Specificiteit van het geproduceerde afval (oorsprong, gevaarlijk of niet, vloeibaar of vast, enz.)
- Mogelijke gevolgen van het soort afval voor het natuurlijke milieu, voor de volksgezondheid.
- De manier waarop dit soort afval wordt beheerd: gescheiden inzameling of niet, specifieke behandeling of niet, waar en hoe het wordt beheerd (storten of verbranden, andere), plaatselijk of niet, enz.
- De huidige mogelijkheden om het afval aan de bron te verminderen en voor recycling of hergebruik.
Na deze activiteit moeten de leerlingen in staat zijn de belangrijkste afvalcategorieën te identificeren die door hun activiteit en/of hun beroepssector worden geproduceerd, alsook de bestemming ervan. Nog een stap verder moeten ze bepalen hoe ze het volume of de categorieën van geproduceerd afval kunnen verminderen.
Een voorbeeld van een casestudy kan worden gedownload in "Documenten"
- OPROEP TOT ACTIE 1
Ondersteund door hun trainer kunnen de leerlingen bijkomend onderzoek doen om hun ideeën te vervolledigen en een soort "Professioneel Charter" op te stellen waarin ze de kwestie hernemen en hun engagementen oplijsten om de afvalproductie in hun werkomgeving te beperken en het afvalbeheer te verbeteren.
- OPROEP TOT ACTIE 2
De verkenning van de ecologische voetafdruk kan worden aangepast en uitgebreid tot een langetermijnproject. Begin met deze activiteit en laat de leerlingen vervolgens in kleine groepjes werken aan een analyse van de ecologische voetafdruk van het opleidingscentrum of de school. Uiteraard moet deze 'actie' worden georganiseerd in samenwerking met de directie van de instelling om een maximum aan personeel en opleiders bij het proces te betrekken. De resultaten zullen uitmonden in een verslag en/of suggesties voor verbetering.
Trainers worden uitgenodigd om het voorgestelde bestaande platform te gebruiken voor het berekenen van de ecologische voetafdruk
Bronnen
Click each section below to see all resources available.
Bronnen
Click each section below to see all resources available.
Notities voor docenten
Stap 1. Trainers kunnen ondersteuning vinden in de gids "Greening Technical and Vocational Education and Training. A practical guide for institutions", geproduceerd door UNESCO (beschikbaar in "Resources").
Vb.1 De CONSTRUCTIE-SECTOR:
De bouwsector is wereldwijd een van de belangrijkste bronnen van milieuverontreiniging. Hij neemt 40% van de totale hoeveelheid afval voor zijn rekening, met inbegrip van bouw-, sloop- en uitgravingsafval, zoals beton, hout, metalen, glas, plastic, aarde en andere bouwelementen, die enorme volumes vertegenwoordigen en gedeeltelijk kunnen worden gerecycleerd en hergebruikt.
Vb.2 De VOEDINGSSECTOR:
Voedselverwerking genereert een enorme hoeveelheid afvalwater dat moet worden behandeld voor een veilige verwijdering voordat het wordt teruggevoerd in het milieu. Zij veroorzaken een toename van gesuspendeerde vaste stoffen, nutriëntenbelasting, stikstof- en fosforverbindingen en andere residuen in het water die gevaarlijk zijn voor de fauna en flora, maar ook voor de menselijke gezondheid. De levensmiddelensector produceert ook vast afval (organisch afval, verpakkingsafval met inbegrip van plastic, glas en metaal.
Stappen 3 en 4: Om het bijkomende onderzoek te vervolledigen en te vergemakkelijken, kan de trainer een lokale expert in afvalbeheer uitnodigen of een online-vergadering met de lerenden organiseren.